Speak Russian With AI
Russian is a language worth mastering, and there are several compelling reasons to do so. First, it opens up a whole new world with over 300 million Russian speakers across Russia and former Soviet Union countries. Whether you＇re interested in business, culture, or personal growth, learning Russian can be immensely rewarding. And with AI language tutors like SpeakPal, you＇ll find an effective way to embark on this linguistic journey.
AI Language Learning: Examples of Russian Grammar
(Bijwoorden): быстро, медленно, часто
1.“Она бежит быстро.” (Ze rent snel.)
2.“Он говорит медленно.” (Hij praat langzaam.)
(Zelfstandige naamwoorden): собака, город, любовь
1.“Собака очень большая.” (De hond is erg groot.)
2.“Я живу в большом городе.” (Ik woon in een grote stad.)
(Voorzetsels): в, на, к
1.“Книга на столе.” (Het boek ligt op tafel.)
2.“Собака идет к дому.” (De hond gaat naar huis.)
(Voornaamwoorden): он, этот, некоторые
1.“Он мой друг.” (Hij is mijn vriend.)
2.“Мне нужны некоторые книги.” (Ik heb wat boeken nodig.)
(Zinstructuur): Subject-Verb-Object
1.“Я ем яблоко.” (Ik eet een appel.)
2.“Мы думаем о тебе.” (We denken aan jou.)
(Gespannen vergelijking): более … чем, так же … как, самый …
1.“Он бегает более быстро, чем я.” (Hij rent sneller dan ik.)
2.“Она так же умная, как он.” (Ze is net zo slim als hij.)
(Indicatieve tijden): я ем, я ел, я буду есть
1.“Я ем сейчас.” (Ik ben nu aan het eten.)
2.“Он ел весь день.” (Hij heeft de hele dag gegeten.)
(Tijden (conjunctief)): чтобы я ел, если бы я ел, когда я буду есть
1.“Я хотел бы, чтобы я ел яблоко.” (Ik wou dat ik een appel zou eten.)
2.“Если бы я ел яблоко, я был бы счастлив.” (Als ik een appel zou eten, zou ik blij zijn.)
(Werkwoorden): есть, пить, спать
1.“Мы должны бежать сейчас.” (We moeten nu vluchten.)
2.“Ты можешь видеть это?” (Kun je dit zien?)
Learn Russian Tongue Twisters and Master Grammar
1. Шла Саша по шоссе и сосала сушку.
Vertaal: Sasha liep langs de snelweg en zoog op een droogring.
2. Карл у Клары украл кораллы, а Клара у Карла украла кларнет.
Vertaal: Karl stal koralen van Klara en Klara stal een klarinet van Karl.
3. Кукушка кукушонку купила капюшон.
Vertaal: De koekoek kocht een kap voor het koekoekskuiken.
4. Шесть мышат в камышах шуршат.
Vertaal: Zes muizen ritselen in het riet.
5. На дворе трава, на траве дрова.
Vertaal: In de tuin is er gras, op het gras is er brandhout.
6. Сорок сорок сорок.
Vertaal: Veertig eksters.
7. Ехал Грека через реку, видит Грека — в реке рак.
Vertaal: Een Griek reed de rivier over, zag de Griek — er zit een rivierkreeft in de rivier.
8. От топота копыт пыль по полю летит.
Vertaal: Het stof vliegt door het gekletter van hoeven over het veld.
9.Шла Аня, несла Соню, не уроня Соню.
Vertaal: Anya liep, droeg Sonya, liet Sonya niet vallen.
10. Четыре черненьких чумазеньких чертёнка чертили чёрными чернилами чертёж.
Vertaal: Vier kleine zwarte imps hebben een blauwdruk getekend met zwarte inkt.
11. У Пети и Павлика перепутались пелёнки.
Vertaal: De luiers van Petya en Pavlik raakten door elkaar.
12. Три перстня, три кольца.
Vertaal: Drie zegelringen, drie ringen.
13. Как на горке, на пригорке, на горушке жил комарик, как на горке, на пригорке, на горушке умер комарик.
Vertaal: Op een heuvel, op een heuvel, op een heuvel leefde een kleine mug, op een heuvel, op een heuvel, op een heuvel stierf de kleine mug.
14. Сапожник, с сапогами, без сапог.
Vertaal: Een schoenmaker, met laarzen, zonder laarzen.
15. Сухая сошка — сто сушек.
Vertaal: Een droge stick — honderd droogringen.
16. Варвара варит варенье в огромной кастрюле.
Vertaal: Varvara kookt jam in een grote pan.
17. Пахом молоко пил, пил, да не выпил.
Vertaal: Pakhom dronk melk, dronk, maar was niet klaar.
18. У Кондратия короткие портки.
Vertaal: Kondraty heeft een korte broek.
19. Шесть шишек на шишкиной шапке.
Vertaal: Zes dennenappels op Shishkin＇s hoed.
20. Дед, дед, где дед?
Vertaal: Opa, opa, waar is opa?
Russisch leren >
SpeakPal Startpagina >
Probeer Speak Pal >
1
Tik
2
Tik op Toevoegen aan startscherm
